Suriname is er gereed om een Cannabisindustrie op te zetten en die te reguleren. De regering is druk doende met het realiseren en aanwijzen van instituten die belast zullen zijn met additionele, plaatselijke, regelgeving aspecten ten aanzien van de beheersbaarheid van de landelijke Cannabis industrie op het gebied van uitvoering, toezicht en monitoring.
In het kader hiervan heeft het ministerie van Volksgezondheid en de Pan American Health Orginazation (PAHO) een 2-daagse conferentie georganiseerd over het opzetten van een gereguleerde en vergunningsplichtige Cannabisindustrie voor medicinale en wetenschappelijke doeleinden in Suriname. Tijdens deze conferentie die op 29 juli van start is gegaan, participeren vertegenwoordigers van diverse ministeries en organisaties die direct en indirect betrokken zijn. De actoren zullen gezamenlijk aanbevelingen doen om deze industrie van de grond te krijgen.
Minister Rabin Parmessar van Landbouw, Veeteelt en Visserij gaf tijdns zijn speech aan dat bestendigheid, economische zekerheid, industriële ontwikkeling en expansie maar ook de maatschappelijke welvaart van Suriname de basis vormen van het opzetten en legaliseren van de Cannabis industrie in Suriname. Hij benadrukt dat alvorens deze industrie op te starten het wettelijk kader goed geregeld moet worden.
Parmessar sprak met nadruk over de wettelijke fundamenten, omdat veel meer dan welke bedrijfstak ooit, de Cannabisindustrie wereldwijd rust op een wettelijk kader. Dit kader bestaat uit internationale verdragen, regionale afspraken en of regelgeving en nationale wetgeving. Hierdoor is de totstandkoming van deze bedrijfstak gebonden aan stringente voorwaarden en regelgeving vanuit internationale toezichthouders waardoor landen gehouden zijn om de vormgeving en operationalisering van de Cannabis industrie binnen hun grondgebied nauwkeurig, en uiterst zorgvuldig maar bovenal in overeenstemming vorm te geven.
De minister geeft verder aan dat in de afgelopen jaren de Raad van Ministers en de Nationale Assemblee bezig zijn geweest met het afstemmen van onze nationale wetgeving op internationale verdragen. “Momenteel bevinden wij ons in het implementatieproces van de door ons in 2018 gewijzigde Wet op de Verdovende Middelen. De regering is ten aanzien van de invoering van deze gewijzigde wet echter zeer bewust van het feit dat voor een succesvolle en effectieve verankering binnen onze samenleving, de inzet van de verschillende belanghebbenden noodzakelijk is en dat daartoe uiteraard een breed maatschappelijk en professioneel draagvlak vereist is”, zegt minister Parmessar.
Foto: NII