25 februari, dag van de revolutie, is officieel geen nationale vrije dag meer. Het staatsbesluit daartoe is al uitgegeven en wel op 19 februari laat het ministerie van Binnenlandse Zaken (Biza) weten. De president laat in het staatsbesluit weten dat die de Staatsraad heeft gehoord inzake het vaststellen van nationale vrije dagen. Vijftien dagen zijn aangemerkt geworden als nationale vrije dagen.
Het betreft vier christelijke hoogtijdagen te weten Goede Vrijdag, Tweede Paasdag, Eerste Kerstdag en Tweede Kerstdag. De Hindoe hooftijddagen Holi dag en Divali worden als nationale vrije dagen aangemerkt. Ied Ul Fitre en Ied Ul Adha, de hoogtijdagen van de Moslims, worden eveneens genoteerde als nationale vrijedagen.
De overige vrije dagen zijn: nieuwjaarsdag (1 januari), Chinees Nieuwjaar, Dag van de Arbeid (1 mei), Keti Koti Dey (1 juli), Dag der Inheemsen (9 augustus), Dag der Marrons (10 oktober) en Onafhankelijkheidsdag.
De regering heeft mede na de overleg met maatschappelijke organisaties besloten de dag van 25 februari voortaan niet meer als een met de zondag gelijkgestelde dag te beschouwen.
