Vooralsnog is er nog geen sprake van een verhoging van de ontberings- en standplaatstoelage voor leerkrachten in het binnenland. Ofschoon het ministerie van Onderwijs en Ontwikkeling (Minov) in juli een voorstel heeft ingediend bij het ministerie van Binnenlandse Zaken, is deze nog niet goedgekeurd.
Per toelage heeft het Minov SRD driehonderd voorgesteld. De huidige toelagen bedragen SRD 0,05 als ontberingstoelage en SRD 90 standplaatstoelage. Door de inflatie en het omzetten van de munteenheid van Surinaamse gulden naar Surinaamse dollar is de ontberingstoelage sterk verlaagd. Die toelage bedroeg vijftig Surinaamse gulden. “We willen de verhoging in oktober invoeren, maar Binnenlandse Zaken moet de verhoging in orde maken”, aldus Bert Eersteling, hoofd Bureau Onderwijs Binnenland (BOB).
De verhoging van de toelages moet leerkrachten stimuleren om te kiezen voor het onderwijs in het binnenland. Afhankelijk van de standplaats ontvangen leerkrachten naast de ontberings- en standplaatstoelage een ontwikkelingspremie van 15, 25, 35 of 45 procent van het salaris. Een leerkracht in Albina krijgt bijvoorbeeld 15 procent en een collega in Kwamalasamutu 45 procent.
Naar zeggen van Eersteling hebben al ongeveer zestig leerkrachten zich aangemeld voor het binnenland. Rond 15 september hoopt hij een beeld te hebben van het aantal nieuwe krachten. Er melden zich ook leerkrachten aan bij de onderwijsinstanties van de Evangelische Broedergemeente en het Rooms Katholiek Bijzonder Onderwijs.
