Voor het vermoorden van zijn ex-werkgever kreeg de verdachte N.G. door het Openbaar Ministerie (OM) een celstraf van vijftien jaar celstraf opgeëist. Dit incident vond plaats op 9 juni 2014 in het district Sipaliwini. N.G. zou gasoline hebben overgoten op zijn ex-werkgever, waarna hij hem in brand zou hebben gestoken. De verdachte pleegde het feit in beschonken toestand toen de man in zijn hangmat lag te slapen.
Nadat de vrouw van het slachtoffer bij hem geklaagd had over de verdachte omtrent onder ander het begluren van haar terwijl ze in het bad was en de seksuele avances die hij maakte naar haar toe, besloot het latere slachtoffer N.G. te ontslaan.
Het OM zei dat de verdachte geen reden had om de man om het leven te brengen. Na zijn ontslag had de verdachte kenbaar gemaakt nog niet klaar te zijn met zijn ex- werkgever. Hij wachtte het juiste moment af en voegde de daad bij het woord toen het slachtoffer lag te slapen. Zowel bij de politie als op de zitting bekende N.G. schuld. Volgens N.G. heeft hij uit vrees voor zijn leven zijn ex-werkgever vermoord. Hij was immers bang dat het slachtoffer hem met zijn wapen zou doodschieten. Het obductierapport dat in Frans-Guyana is opgesteld, geeft aan dat het slachtoffer door brandwonden is omgekomen. De zaak wordt op 30 april voortgezet.
