De Surinaamse Luchtvaartmaatschappij (SLM) is door de rechtbank Amsterdam veroordeeld tot het betalen van 7.800 euro aan twaalf passagiers wegens vertraging van een vlucht. De veroordeling komt ofschoon de SLM zich had beroepen op buitengewone omstandigheden.
De twaalf passagiers hadden het proces via de organisatie EU-claim aangespannen. De rechtbank ging voorbij aan het verzoek van de vliegmaatschappij de zaak aan te houden totdat het Europees Hof op een aantal vragen zou hebben geantwoord.
In 2012 hadden de passagiers bij de SLM een vlucht geboekt van Amsterdam naar Paramaribo. Echter liep die een vertraging van meer dan 24 uur op. Een passagier heeft volgens regels van de Europese Unie recht op 600 euro compensatie bij een minimale vertraging van vier uren op vluchten zoals de Mid-Atlantische Route.
De Inspectie Leefomgeving en Transport stelde in juli 2013 reeds dat er sprake was geweest van een onverwacht veiligheidsprobleem en dat de luchtvaartmaatschappij terecht een beroep heeft gedaan op buitengewone omstandigheden. Om die reden heeft de SLM geen compensatie uitbetaald.
Naar zeggen van de passagiers was er geen sprake van een abnormale, uitzonderlijke en ongewone situatie, maar van een technisch mankement dat op het bord van de luchtvaartonderneming geschoven kan worden, aangezien het eigen is aan de normale bedrijfsvoering.
