Gregory Rusland, ex- minister van Natuurlijke Hulpbronnen (NH) en voorzitter van de Nationale Partij Suriname (NPS), geeft aan dat de regering eerlijk met het volk moet zijn in de discussie betreffende de toekomst van Suralco. Er moet sprake zijn van transparantie betreffende de inkomsten uit de overeenkomst met de multinational, nu de Afobakadam de spil van het debat is geworden.
“Naast de arbeidsplaatsen moet ook met de belangen van de bedrijven en dienstverleners die van de activiteiten van de maatschappij afhankelijk zijn, rekening worden gehouden. Pas dan kan er een verantwoord besluit worden genomen”, aldus de gewezen bewindsman van NH. Tijdens zijn ministersschap vertrok BHP Billiton, een andere mijnbouwreus, in 2008. Toen is ook tevergeefs getracht de hoge rekeningen, die Suriname aan Suralco voor elektriciteit uit Afobaka betaalt, te verlagen.
Toen de regering in 1999 een nieuwe overeenkomst aanging met Alcoa, de moedermaatschappij van Suralco, sloot om de stroomrekening te koppelen aan olie, begonnen de problemen. Ingenieur Lothar Boksteen is van mening dat er bij dit besluit, dat overigens nadelig is voor Suriname, geen of onvoldoende rekening is gehouden met een forse stijging van de wereldmarktprijs voor olie. Suriname heeft de afgelopen vijf jaren jaarlijks 60 miljoen US dollar (ruim SRD 200 miljoen) voor stroom aan Suralco bbetaald.
Indien de huidige regering geen verlaagde prijs kan bewerkstelligen bij de Suralco, zal men de komende vijf jaren jaarlijks een rekening van 80 miljoen US dollar (bijna SRD 270 miljoen) gepresenteerd krijgen op basis van de deal van 1999. Indien de Suralco zou vertrekken uit Suriname, komen ruim 1.700 directe en indirecte arbeiders zonder werk te zitten. Aan de andere kant daarentegen zal er bij een overname van de Afobakadam veel meer stroom beschikbaar zijn tegen een goedkopere prijs.
