De perceptie dat de regering moedwillig het land heeft uitverkocht door de Brokopondo Overeenkomst te willen beëindigen en mee te werken aan de ontmanteling van de raffinaderij is niet waar. Dit gaf minister Sergio Akiemboto van Natuurlijke Hulpbronnen (NH), vandaag te kennen tijdens een gehouden persconferentie op het ministerie in het bijzijn van de Alcoa/ Suralco presidentiele onderhandelingscommissie.
Akiemboto gaf aan dat toen Alcoa in 2014 schriftelijk aangaf dat zij in problemen was en niet langer de operaties rendabel kon draaien, heeft de regering uit hoofde van haar verantwoordelijkheid met behulp van eigen lokale en externe deskundigen daarna een uitgebreid analyse gemaakt van haalbare winst situaties. Echter, kwam de regering na deze analyse eveneens tot de conclusie dat het niet een rendabele onderneming zou worden onder de toenmalige condities in de bauxietindustrie. Dit werd gecommuniceerd aan Suralco die dan meedeelde dat zij dan de operaties zou sluiten. Het slopen van de raffinaderij en andere saneringswerkzaamheden is het logisch gevolg van de sluiting.
Met betrekking tot het kritiek dat de regering de Brokopondo overeenkomst niet moest laten beëindigen geeft Akiemboto aan dat een van de hoofdredenen het feit is dat verplichtingen en aansprakelijkheden voor milieu niet zijn geregeld in de Brokopondo overeenkomst. Continuering van de overeenkomst is volgens de minister niet in het belang van Suriname. Zich blijven vastklampen aan bepalingen in de Brokopondo overeenkomst is dus niet in het belang van de staat benadrukt hij. Vandaar dat is besloten om over geheel nieuwe overeenkomsten te onderhandelen met Suralco.
Foto: LPM
