Indien de wereldmarktprijs voor olie daalt naar tussen de 25 en 30 US dollar per vat, dan nog zal Staatsolie geen verlies lijden. Echter krijgt de Staat Suriname het, als honderd procent eigenaar van de onderneming, erg moeilijk in 2015 als de lage olieprijs aanhoudt. Internationaal verwacht men dat de olieprijs tot juli 2015 tot 45 US dollar per vat zal dalen. Vanaf juli zal de prijs weer wat omhoog gaan tot rond de 60 US dollar.
“Maar als zich een calamiteit voordoet ergens in één van de olieproducerende landen in het Midden-Oosten kan de prijs binnen drie weken fors stijgen”, geeft Wim Dwarkasing, exploratiemanager van Staatsolie, aan. Woensdagavond 7 januari verzorgden Dwarkasing en Agnes Moensi, financieel directeur van Staatsolie, een lezing over het effect van de gedaalde prijzen voor Staatsolie voor de Vereniging Surinaams Bedrijfsleven in Suriname.
Staatsolie N.V. heeft sterk bezuinigd op exploratieactiviteiten. Zo focust men zich alleen op proefboringen voor de kust van Commewijne in 2015. “Mocht de prijs nog lager dan de verwachte 45 US dollar komen te liggen, zullen wij nog meer moeten bezuinigen”, zegt Moensi. Dwarkasing gaf aan dat vanwege de dalende prijzen ook buitenlandse investeerders hun portemonnee voorlopig wegzetten, hetgeen het moeilijker maakt voor Staatsolie om nieuwe exploratieactiviteiten op te starten in het diepzee gebied waar het stukken duurder is om olie te produceren.
Terwijl de regering in 2013 ruim 284 miljoen US dollar verdiende aan Staatsolie op basis van een gemiddelde olieprijs van 95 US dollar per vat olie, zal dat in 2014 minimaa 40 miljoen US dollar minder zijn. “Voor elke 10 US dollar minder per vat, verdient de overheid 40 miljoen minder”, legde Moensi uit.
