Naar zeggen van Edmund Rozenblad, Veeteelt onderdirecteur (od) bij het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) is de varkensteelt in Suriname de enige sector die zelfvoorzienend is en genoeg in de lokale behoefte voorziet. Er worden haast geen varkens geïmporteerd.
Volgens het Algemeen Bureau voor de Statistiek (ABS) worden jaarlijks meer dan 31.000 varkens geteeld. In 2013 zijn ruim 28.000 biggen, 3.000 zeugen en 312 beren gefokt. 2012 daarentegen had een klein verschil en in 2011 registreerde het ABS het hoogste aantal gefokte varkens, namelijk 34.000. Over 2014 zijn geen cijfers beschikbaar.
Rozenblad geeft aan dat deze sector verder ontwikkeld moet worden. Met name de pluimveesector loopt ver achter op de varkenssector. “De pluimveesector heeft een grote inhaalslag te maken om de import weg te drukken. Wat rund betreft moeten we ernaar toe gaan dat het vlees binnen bereik van de consument is. We moeten veel meer bedrijven gaan opzetten. Bij de bedrijven die er reeds zijn, moet efficiënter gewerkt worden.”
“We hebben nog een heleboel te doen. Het ligt niet alleen aan de producent, maar ook vanuit het ministerie en de organisaties van de veetelers moet er gewerkt worden.” De od Veeteelt stelt dat de organisaties naar mogelijkheden moeten zoek om de productie op te voeren. Rozenblad weet zeker dat de producenten het kunnen. “Het wordt dan makkelijker voor de overheid om te kunnen bijspringen waar dat nodig is.”